
Zelfs een telefoontje naar het Zorgkantoor verloopt anders
Het regent enveloppen op onze deurmat. Het Zorgkantoor en de SVB doen een wedstrijdje brieven sturen. Ze houden me van elke minuscule stap die ze zetten in het blijkbaar lange en ingewikkelde traject om Wlz-zorgovereenkomsten goed te keuren, op de hoogte. Alsof ze willen zeggen: 'we vergeten je echt niet hoor, mama van Daniël. Kijk eens hoe goed we ons best doen!’
Het grappige is dat al die post niet eens in de juiste volgorde binnenkomt. Op maandag laat de SVB weten dat ze akkoord zijn met de zorgovereenkomst die ik met zorgverlener A heb afgesloten en dat het Zorgkantoor ook akkoord is. Krijg ik op woensdag een triomfantelijke brief van het Zorgkantoor dat zij akkoord zijn en alleen nog in afwachting zijn van goedkeuring van de SVB. Of ik alvast de vlag wil uithangen. En bij zorgverlener B gaat het precies andersom.
Te veel brieven
Als ik alle post op verzenddatum achter elkaar leg, schud ik mijn hoofd over zoveel bureaucratie. Zeker als ook het CAK een duit in het zakje doet, door brieven met onnodige informatie te gaan sturen. Dat moet toch echt anders kunnen, wie verdoet hier nu wiens energie, tijd en geld?
En dan heb ik het maar niet over alles wat ongevraagd in die enveloppen zit. Ik heb ondertussen een hele stapel brochures over alle ins en outs van het PGB. PGB, dat ik al jaren ontvang voor Daniël, maar dan via de Jeugdwet…
Ander tijdperk
Toch is het op zich al bijzonder dat die brieven nu eindelijk binnendruppelen. Het opgewekte telefoontje van het CIZ dat Daniël inderdaad in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie, kreeg ik begin januari. Begin januari, dat ondertussen veel en veel langer geleden lijkt dan een paar maanden. Dat was een ander tijdperk, een ander leven.
Wat ook bleek toen ik, voordat de brievenregen begon, maar weer eens ging bellen met het Zorgkantoor om te vragen waar de goedkeuring van de zorgovereenkomsten bleef. Ik kreeg een uiterst vriendelijke mevrouw aan de telefoon, ze was er duidelijk in getraind om bozige ouders te woord te staan. Ze was zakelijk, netjes, maar kon niet meer doen dan een terugbelverzoek voor me aanmaken. Net toen ze zei: ‘U wordt binnen vijf dagen terug gebeld’, hoorde ik op de achtergrond een kind heel hard ‘mama’ roepen.
Waardoor mijn opkomende verontwaardiging over die vijfdagentermijn meteen weer wegzakte. Ze zat ook thuis, net als jij en ik. En probeerde tussen alle huiselijke bedrijvigheid door zo goed en zo kwaad als het ging, werktelefoontjes te beantwoorden.
Voordat Silvie aan deze brievenregen toe was, heeft ze al heel wat stappen gezet op het glibberige vlak van de Wlz…
‘Zullen we er maar gewoon om blijven lachen’, is de bundel blogs die Silvie in de afgelopen jaren schreef over de zorgbureaucratie. Lees en huiver je mee?