mee naar huis

Als je zus alleen maar met je mee naar huis wil

Als Hester me haar kamer in ziet lopen, probeert ze rechtop in haar bed te gaan zitten. ‘Ik wil naar huis’, zegt ze. Het lukt haar een klein beetje om overeind te komen. ‘Dat gaat niet, Hester’, zeg ik. Ze kijkt me aan en zegt dan ‘Ik ga met jou mee. Dat vind ik zo gezellig’. Met haar handen probeert ze haar been op te tillen richting de rand van het bed, maar het is dood gewicht.

Het is woensdagmiddag, de vaste middag waarop ik Hester ophaal en meeneem naar huis. Maar dat gaat deze middag niet, want Hester heeft ’s ochtends een insult gehad en is nog moe en slap. Het grootste deel van de ochtend heeft ze geslapen. De begeleidster heeft me gebeld om te vertellen dat het bezoek niet door kan gaan.

‘Dan kom ik wel even gezellig koffie bij haar drinken’, had ik aan de telefoon gezegd. Maar gezellig is het niet want Hester wil geen koffie. Ze wil mee naar huis. Dat dat niet kan omdat ze nog te moe is, omdat ik (verzin ik) nog moet werken, omdat ze als ze weer beter is, wel kan komen, ze hoort het niet. ‘Ik wil gezellig met jou mee’.

Ze blijft het maar herhalen. Niet boos, maar vastbesloten. Steeds probeert ze rechtop te gaan zitten, haar been uit haar bed te tillen richting de rolstoel naast haar bed, maar het lukt haar niet om er beweging in te krijgen. Zeker vijftig keer heeft ze die woorden herhaald als ik vertrek. De rest van de middag en avond komen ze steeds opnieuw terug in mijn hoofd. Als ik zelf ga slapen zie ik voor me hoe mijn zusje machteloos probeert haar been op te tillen om uit haar bed te komen en in de rolstoel te gaan zitten.

hulpmiddelenLees ook over de toenemende hoeveelheid hulpmiddelen die Hester nodig heeft en Merel verdrietig maken…